Per 1 januari 2020 gaat de Wet verplichte ggz (Wvggz) in. Deze wet regelt de gedwongen zorg voor mensen met een psychiatrische aandoening en vervangt de Wet BOPZ (Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen). Door een ernstige psychische aandoening kan iemand zichzelf of anderen ernstig nadeel toebrengen. In de Wet BOPZ stond een verplichte opname centraal om dit te voorkomen en mensen te helpen. De Wvggz is veel meer gericht op verplichte zorg en maakt het mogelijk om deze ook ambulant uit te voeren.

De belangrijkste veranderingen op een rij

  • Verplichte zorg kan straks ook buiten een klinische GGZ-instelling opgelegd worden (ambulant);
  • Iedereen die verplichte zorg noodzakelijk acht kan melding doen bij een gemeente;
  • Familie en naasten worden meer betrokken en krijgen een betere positie;
  • Op grond van signalen van familie en naasten kan verplichte zorg worden aangevraagd;
  • Er komt meer nadruk op rechten en maatschappelijke deelname van de patiënt.
Logo Wet verplichte ggz

Melden, opleggen en organiseren verplichte zorg

  • Om tot verplichte zorg te komen kennen we de volgende stappen:
    Hoorplicht door de burgemeester als onderdeel crisismaatregel
    Wanneer de burgemeester een crisismaatregel wil opleggen (nu de IBS-maatregel) dan zal betrokkene indien mogelijk gehoord moeten worden. De burgemeester maakt dan op basis van de medische verklaring van de psychiater en de zienswijze van de betrokkene, de afweging of verplichte zorg opgelegd wordt. Dit gaan de burgemeesters niet zelf uitvoeren maar wordt belegd bij een externe partij die dit namens de burgemeesters van Midden-Limburg gaat uitvoeren. Hoe en wat wordt de komende weken verder uitgewerkt.
  • Melding inwoners
    Vanaf 1-1-2020 vormt de gemeente een extra toegang tot verplichte zorg. Iedereen kan melding maken bij de gemeente over de noodzaak tot ggz voor iemand die in de gemeente woont.
  • Onderzoek
    Op basis van een melding doet de gemeente een verkennend onderzoek om te beoordelen of verplichte zorg noodzakelijk is. In dit verkennend onderzoek wordt gesproken met de melder, de betrokkene en eventueel zijn of haar netwerk om een goed beeld te vormen van de situatie. In het verkennend onderzoek worden drie vragen beantwoord:
    1.) Veroorzaakt het gedrag van betrokkene ernstig nadeel voor betrokkene zelf of de omgeving?
    2.) Is er sprake van een psychische stoornis?
    3.) Is er verplichte zorg nodig (en is vrijwillige zorg dus niet afdoende)?
    Is het antwoord op alle drie de vragen ‘ja’ dan wordt er een aanvraag voorbereiding zorgmachtiging aangevraagd bij de Officier van Justitie. Het OM schakelt een psychiater in en uiteindelijk beslist de rechter over het al dan niet toekennen van verplichte zorg.
  • Samenhang tussen ‘randvoorwaarden voor deelname maatschappij’
    De zorgaanbieder maakt samen met de betrokkene een zorgplan. In dit zorgplan wordt nagegaan of er randvoorwaarden voor maatschappelijke participatie ontbreken. De GGZ neemt hierover contact op met de gemeenten om samen afspraken te maken hoe deze randvoorwaarden georganiseerd worden. Hierbij kun je denken aan huisvesting, inkomen, schuldhulpverlening, dagbesteding, et cetera.

Samenwerking

Voor gemeenten, GGZ-aanbieders, politie, OM en rechtbank gaat er veel veranderen in de organisatie van de verplichte zorg. Op dit moment wordt hard gewerkt om alles voor 1-1-2020 operationeel te hebben. Er zijn nog de nodige hobbels te nemen maar we zijn op de goede weg en werken intensief samen met alle betrokken partijen.